Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de stammen van Israel zonden mannen door den [26]gansen stam van Benjamin, zeggende: Wat voor een kwaad is dit, dat onder ulieden geschied is? 26. Hebreeuws, door alle stammen; dat is, de duizenden, waarin de stam Benjamins [gelijk anderen] was afgedeeld.